We hebben het geweten. Donderdagavond vertrokken Caroline, voorzitter Stichting Benjamin, en ik voor een bliksembezoek van negen dagen naar Kenia. Bepakt en bezakt. Het geluk wil dat KLM een bagage toestaat van twee keer drie en twintig kilo. Alleen voor het ruim dan en daarnaast mag nog twaalf kilo handbagage mee. Nou daar hebben wij dankbaar gebruik van gemaakt.
De paar dagen voor ons vertrek waren dan ook gevuld met heel veel regelen om de spullen die mee moesten, zo handzaam mogelijk te krijgen. We zouden in Thika besprekingen hebben met advocaten in verband met een eigen NGO en het idee om Upendo meteen onverwachts te bezoeken was geboren. Al eerder had ik via Happy Horse, je weet wel dat onwijs gave bedrijf van de mooiste knuffels van Nederland, een hele partij nieuwe knuffelbeesten gekregen en die stonden al een tijd geduldig te wachten en nu mochten ze dus mee. Ja, een drietal grote tassen maar hoe krijg je dat mee…
Via een fabrikant van vacumeermachines was ik terecht gekomen bij Hevel Vacuum BV in Zaandam. Zij produceren zakken om goederen vacuum te trekken. Zij hebben mij gratis de zakken, voor het vacumeren van de knuffels , beschikbaar gesteld en een dag later werd het door de postbode afgeleverd en Slagerij Van der Valk in Alphen aan den Rijn heeft de dinsdag voor vertrek alle knuffels in deze zakken verpakt en vacuum getrokken. Werkelijk schitterend om te zien en er bleef niets over van de hoeveelheid knuffels. Alles bij elkaar is het 8.5 kg en dat ging met gemak in een koffer.
Daarnaast had ik ook van Clavis, de kinderboeken uitgeverij die mij alle keren nog boeken mee heeft gegeven, weer een mooie zending boeken gekregen en ook deze gingenn mee als ruimbagage. De boeken hadden als eindbestemming de school waar Hamisi en Sofia, mijn twee pleegkinderen in Majengo, naar toe gaan. Een overheidsschool die de spullen erg hard kon gebruiken. De kalender voor het jaar 2011 van Clavis ging naar Upendo toe.
Bij Ikea had ik nog snel een aantal solar-bureaulampen gekocht voor mensen in Majengo en ook die zijn mee gegaan.
Solarlampen. Je moet maar op het idee komen. Maar eerlijk is eerlijk het was niet mijn idee. Ik werd er eigenlijk door Ikea zelf op geattendeerd omdat zij samen met Unicef een actie doen. Voor iedere verkochte Sunnan solar-bureaulamp (€14,95) wordt er een lamp geschonken aan Unicef voor een project in Pakistan of India. Een prachtige actie waardoor kinderen daar in staat worden gesteld hun huiswerk te maken doordat ze als het donker is, en dat wordt het heel vroeg, de lamp kunnen gebruiken. Wil je hier meer over weten kijk dan op http://www.ikea.com/ms/en_US/about_ikea/our_responsibility/ikea_social_initiative/sunnan_lamp_campaign.html. Een prachtige actie, misschien kunnen we hier ook iets mee.En zo stonden we dus vrijdag ineens in Majengo. Eerst zijn we bij de St.Joseph House of Hope Primary School geweest om de grote tas boeken af te geven en toen door naar Upendo. Een grote verrassing. Wat was het groen geworden in dat halve jaar dat ik al weg was. Betty, de manager die nu alles runt nu Marieke in Nederland is, had alles keurig onder controle. Ze was zo blij en verrast ons te zien. We kregen een rondleiding en alles zag er zo goed uit. Geen vuiltje, geen losse kleren of speeltjes. Alles was netjes en schoon. Een groot compliment waard! Zaterdag zijn we nog een keer terug geweest omdat dan alle kinderen vrij waren van school. De begroeting was zo onwijs leuk. Baraka en Juliette zagen ons binnen komen en binnen no time hingen ze om mijn nek. Het welkom was zo gaaf. Ook nu werden er liedjes en dansjes voor ons gedaan door de kinderen. Vertederend hoe ze er iedere keer weer in slagen je een warm welkom gevoel te geven. Marieke, je doet het super!
’s Middags zijn we ook nog even langs de oma en kleinkinderen geweest en hebben haar voorzien van de meest noodzakelijke levensmiddelen. Helaas van korte duur want een paar dagen later hoorde ik via de onderwijzeres dat oma het eten had meegenomen naar het huis van haar zoon in Mtwapa. Mogelijk dat oma het zat was dat de buren te pas en te onpas binnen vielen en zich te goed deden aan het eten. Wat er precies is voorgevallen zal ik waarschijnlijk nooit horen, het is maar goed dat de schoolkosten direct aan school betaald zijn. Ook hier hebben we knuffels en speeltjes uitgedeeld aan de lokale kinderen. Wat een feest.
Maandagmorgen vertrokken we naar Nairobi voor een viertal dagen bij Macheo. Marnix en Florence haalden ons op van het vliegveld en de rest van de week is om gevlogen.
Maandagmiddag bespreking bij Macheo en bekeken hoe het met de bouw is. Ongelooflijk. De twee nieuwbouwhuizen zijn zo goed als klaar, het oude vrijwilligershuis is omgetoverd tot een nieuwe woonunit met een aanbouw en de oude slaapvleugels van het hoofdgebouw worden momenteel aangepakt en binnen een paar weken zullen ook dat nieuwe woonunits zijn.
De kinderen horen een dezer dagen in welk huisje ze gaan wonen. Onlangs hoorden ze al met wie ze in een huisje zouden komen wonen. Spannend maar onwijs mooi om te zien hoe ze daar naartoe leven.
Dat het een hectische week zou worden, wisten we al op voorhand. De hele week stond vol gepland. Dinsdag de afspraak met twee advocaten, die vanaf nu ook onze juridische kanten zullen ondersteunen en helpen met de contracten. De middag stond in het teken van Watoto Wenye Nguvu en ook hier werden we warm ontvangen. Het voelde echt als weer thuis komen. Elizabeth en haar staf waren zo blij. De social workers die nog bezig waren met hun lunch, stelden zich voor en het was een leuke (hernieuwde) kennismaking. Rond vier uur kwamen de eerste groepen kinderen terug van school en al snel waren ze aan het zingen in een grote kring. Caroline en ik liepen er heen en al vanuit de verte zag ik Esther in de kring staan, het meisje waar ik tijdens mijn vorige bezoek al een grote klik mee had. Ze zag me, aarzelde even om zich vervolgens los te maken uit de groep. Ze draafde naar me toe en stortte zich in mijn armen. Haar actie was direct voor de andere kinderen aanleiding om haar voorbeeld te volgen en binnen de kortste keren waren Caroline en ik bedolven onder de kinderen. Wat een ontvangst.
De middag stond gereserveerd voor Pendekezo Lethu, het straatkinderen project van de Engelse Martin. Hij had door middel van een lening een groot stuk land erbij kunnen kopen en wilde ons dit trots laten zien. Op de terugweg zijn we langs zijn project gegaan en waren getuige van de aankomst van de eerste groepen nieuwe kinderen. Ieder jaar in januari stroopt hij de sloppenwijken in Nairobi af, op zoek naar kinderen die dringend hulp nodig hebben. Als de ouders dan bereid zijn om mee te werken en de kinderen gescreend zijn, begint de opname voor de kinderen in maart en start via zijn social workers de counseling van de ouders/verzorgers. De kinderen worden in tien maanden tijd weer klaargestoomd voor hun ‘normale’ leven in de maatschappij maar dan wel op een schoolniveau waar ze ook horen te zijn. De ouders hebben in die maanden de tijd om hun leven op de rit te krijgen. Ook hier worden door middel van micro finance mensen gemotiveerd om zelf te beginnen.
Donderdag hebben we in de ochtend Iembeni Primary School bezocht. De school waar Stichting Benjamin de herbouw gaat financieren. Vandaag zijn de bouwactiviteiten begonnen hiervoor. Op het moment wordt hier ook nog gebouwd door de overheid. Zij hebben een zevende lokaal geschonken en dat is al ver gevorderd. De hoofdonderwijzer heeft ons laten zien waar de gebouwen komen te staan en heeft uitgelegd waar de buitenkeuken gebouwd gaat worden. Een prachtig project en de verwachtingen zijn dan ook hoog gespannen. Niet alleen het krijgen van een prachtige school is belangrijk, door dit nieuwe gebouw zullen meer kinderen naar school gaan komen en trots vertelde hij dat dit zo belangrijk ook is voor de kinderen. Het is HUN school en het motiveert alleen maar om te komen. Daarnaast zorgt Macheo hier ook voor eten door middel van de Schoolfeeding Programs.
De dag sloten we af met een tweede rit naar Watoto Wenye Nguvu. Deze middag zouden Caroline en ik met een drietal social workers mee gaan de wijken in Donyo Sabuk. Ook hier was ik in september geweest en werden nu een aantal families bezocht die ik toen ook had ontmoet. De oma van Esther was de eerste die we bezochten. Een huisje wat er toen al slecht uit zag maar nu helemaal op instorten stond. De gaten in de muren waren gevuld met lappen en bladeren om zo lekkage door regen te voorkomen. Gras was bovenop het dak vastgemaakt om ook hier lekkage tegen te gaan. En dat het zou gaan regenen stond vast. Het regenseizoen komt eraan en eigenlijk hadden de mensen gehoopt dat het al zou regenen. Caroline en ik hebben na overleg besloten om via de social workers het huisje opnieuw te laten bouwen en een bed met matras te kopen zodat de oma en haar nog thuis wonende kinderen een beter leven zouden krijgen. Oma beloofde plechtig zich niet meer in te laten met ‘slechte’ mannen en de social worker die haar begeleid zal hier ook op toe zien.
De andere familie die we bezochten was een moeder die met haar twee jonge kinderen en haar vader in een reeds lang vergane arbeiderswoning verbleven. Het huisje was vies en op de grond lag een klein kind. Er zat geen enkele beweging in het kind en nadat de opa, waar overigens van wordt vermoed dat hij ook de vader is van de kinderen, was gezocht, hoorden we dat het kind al een aantal dagen ziek was. Een voorzichtige aanraking op zijn wangetje deed ook niets maar kort daarna werd het kleine jongetje wakker. Anderhalf jaar en zo ziek. Hij lag onder een oude postzak en toen ik deze voorzichtig omhoog tilde, steeg er een misselijkmakende geur omhoog. Het kind had diarree en lag met zijn onderlijfje geheel in de viezigheid. De opa haalde hem van de grond en begon hem met een oude lap die van de grond werd geraapt, schoon te poetsen. Inmiddels was de moeder opgezocht en mee naar huis gekomen. We hebben opa en moeder er van overtuigd, ja ja mijn Swahili werd begrepen :), dat ze de volgende ochtend vroeg naar het ziekenhuis moesten met dit kindje, hopende dat het ventje het tot dan zou redden. De moeder is op de neus gedrukt, en de social worker zou hierop toezicht houden, dat het huisje goed gereinigd zou worden, dat de zakken met kleren gewassen zouden worden en pas als dit gedaan was, zouden wij een bed voor haar kopen met matras en de meest noodzakelijke voedingsmiddelen. Weer een missie volbracht.
’s Avonds hebben we nog een bezoek gebracht aan DISC, een project wat gestart is door een social worker. Zijn broer was deze boksschool ooit begonnen en is bij een politieactie in Nairobi door een verdwaalde kogel geraakt en overleden. Om de nagedachtenis aan zijn broer hoog te houden is deze Charles de sportschool begonnen. In een paar maanden tijd is dit uitgegroeid tot een soort cultureel centrum voor jongeren. Inmiddels is er een sportgroep voor jongeren van zes tot twaalf, is er een meidengroep van twaalf tot begin twintig en een boksgroep voor jongens boven de twaalf. De meiden doen gym oefeningen en krijgen les in zelfverdediging, de jongens leren boksen. Daarnaast worden al deze jongeren begeleid, er wordt voorlichting gegeven over sex en HIV/Aids en er is counseling mogelijk. Alles gebeurt met een zeer klein budget en met hulp van heel veel gedreven Keniaanse vrijwilligers uit deze wijk. Stichting Benjamin heeft een bijdrage toegezegd om het voortbestaan te kunnen garanderen. Dat hier potentie in zit is duidelijk en de drive van Charles en zijn vrijwilligers is mega. Wat een prachtig initiatief en wat fijn om te constateren dat er zo veel Kenianen zijn die het hart op de juiste plaats hebben en die bereid zijn te helpen investeren in een betere toekomst van hun kinderen. Wanawasaidia watoto na tunawasaidia (zij helpen de kinderen en wij helpen hen).
Dit was in het kort onze week Kenia. We hebben overuren gedraaid maar het was het meer dan waard. Nu weer even met twee benen op Nederlandse grond en weer over tot de orde van de Nederlandse dag. Het is wennen, mijn hart ligt in Kenia maar ook van hieruit kan er veel gedaan worden. Wordt vervolgd…